Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [30]ik wil, dat gij weet, broeders, dat [31]hetgeen aan mij [is geschied], meer [32]tot bevordering van het Evangelie gekomen is; 30. Dat is, wordt niet verslagen of geergerd aan mijne gevangenis, maar wilt uit mij dit verstaan. 31. Dat is, deze mijne gevangenis en verdrukking, die ik lijd om des Evangelies wil. 32. Dat is, dat het zover van daar is, dat dezelve den loop en verbreiding der Evangelische leer hinderlijk zou zijn, dat zulks ook, door de bestiering Gods, daartoe dienstig en bevorderlijk is.